Bericht 2

Na het versturen van de uitnodiging om aan mijn geld-gesprek deel te nemen gebeurde er veel tegelijkertijd. Ik kreeg mailtjes terug, kreeg artikelen toegestuurd, werd geattendeerd op mensen die al langer met deze vraag bezig zijn en hoorde over een mannengroep in Noord Holland die over geld wilde praten. Ik had veel om te verwerken, maar de tijd ontbrak om alles tegelijk aan te pakken.

Allereerst de mannengroep: een groep die elkaar maandelijks treft om te spreken over specifieke thema’s, dit keer dus over geld. Het gesprek tussen de tien mannen in de kring werd gevoerd met een ‘talking stick’, een gedisciplineerde vorm van spreken en luisteren waarbij degene die de ‘stick’ heeft vrijuit en ongeïnterrumpeerd zijn verhaal doet en vervolgens deze stok doorgeeft aan de volgende spreker. Er ontstond een boeiende collectie van verhalen rond de vraag: wat betekent geld voor jou en wat doet het met je?
Al luisterend groeide bij mij langzaam een beeld: stel dat ik dit gesprek zou opnemen en woordelijk uitschrijven. En dat ik vervolgens het woordje geld in het verslag zou uitgummen. Waar zou dit gesprek dan over zijn gegaan? Het zou zijn gegaan over jeugd en opvoeding, over trauma’s, echtscheiding en alimentaties, over carrière en ontslag, succes en falen, zekerheid en angst. Over alle aspecten van het leven dus. Geld, of beter de ervaring van het omgaan ermee, fungeert blijkbaar als een soort brandglas voor het hele scala aan lots- en levenswederwaardigheden (waarbij je de vraag kunt stellen of geld het brandglas is of het brandpunt
).
Ik realiseerde me in dat gesprek: als ik over geld ga praten, spreekt mijn persoonlijke achtergrond van levenservaringen mee. Ik heb een bril op met een specifieke kleur als ik naar geld kijk, gekleurd door levenservaringen waarvan ik me al dan niet bewust ben. 
Is het daarom dat ongemak onherroepelijk omhoog kruipt als het gesprek over geld gaat – niet over geld in abstracte zin, maar over jòuw geld, mijn geld? 
Ik zal dus om te beginnen niet over geld moeten nadenken, maar over de vraag: hoe ziet die bril van mij eruit?

Wat er vervolgens gebeurde in de mannengroep was fascinerend. De ‘talking stick’ werd opgeborgen, een kort moment van spontaan nagesprek en daarna vertelde ik iets over mijn voornemen en vraag. Ik werd prompt overladen met antwoorden op vragen die ik niet gesteld had, met advies waar ik niet om gevraagd had, met uitspraken over wat geld ‘is’. Ik vroeg me verbijsterd af: wat overkomt me hier, wat komt er letterlijk over mij heen? Eigenlijk wat ik boven beschrijf: allemaal goed bedoelde bijdragen, maar met het gewicht en de dynamiek van de emotie van al die persoonlijke brillen. Het werd een levendige maar erg chaotische discussie.
Een volgend besef: het is maar goed dat we die hele geld-emotie-bubble wegstoppen en wegreguleren. Stel dat de kassajuffrouw bij AH bij elke afrekening dit over zich heen zou krijgen.

Ongetwijfeld refereerde een van de deelnemers aan de Werkplaats hieraan, toen ze gisteren zei: ‘Geld functioneert alleen als je er zo sec mogelijk mee omgaat.’
 In het licht van de bovenstaande mannengroep ervaring, is mijn vraag: wat is dat dan, sec? Of: hoe ziet dat ‘sec’ voor mij er uit, opdat geld optimaal kan functioneren binnen de context waarin ik deze vraag stel (die van mijn Werkplaatscursus)?

Het gesprek over geld heeft dus een geschikte context nodig. De supermarkt is dat niet. Ik zal dus allereerst de context van dit project moeten beschrijven, voordat ik me richt op de problemen en mijn gedachten over geld.

Erik Lemmens, Driebergen, 9-5-2012