Bericht 8

Het is tijd om een nieuwe stap te zetten, naar experiment, in de praktijk. Ik ben vorige week geëindigd met een open vraag over schenkgeld. Als ik daar nu nog verder op doorga ga ik theoretiseren. Ik wil ervaringen opdoen met dat concept en dus het experiment aangaan in de groep mensen in de Werkplaats.
Een van de deelnemers schreef hierover: Je mag best wat brutaler zijn, het neerzetten en zeggen: zo doe ik het. Dat is heel bemoedigend, maar ik denk dat het belangrijk is dat mensen kunnen meedenken en meepraten, dat betrokkenheid bij de concrete uitwerking belangrijk is. En die concrete uitwerking is de volgende stap.

Dit stukje is een voorlopige afronding.
 De zoektocht voelt als lopen in labyrint, met veel zijpaden en wendingen. Maar in dat labyrint ben ik wel een paar waardevolle richtingwijzers tegengekomen. Ik zet ze nog eens op een rij en betrek enkele reactie van lezers erbij.

De eerste richtingwijzer liet me zien dat als we over geld echt in gesprek willen gaan, ieder naar het fenomeen geld kijkt door een eigen bril. En die bril is gekleurd door alles wat we in leven en werkelijkheid meegemaakt hebben. Echt gesprek ontstaat dus pas als ik bereid (en in staat) ben om de kleur van die eigen bril onder ogen te zien.
Ik ben afgelopen week in zekere zin over mijn eigen bril gestruikeld. In mijn laatste stukje gebruik ik de uitspraak van een deelnemer aan de Werkplaats om iets helder te krijgen over geld en kwaliteit.
Een lezeres wees me er fijntjes op dat ik de opmerking ook anders had kunnen vertalen, nl: Ik wil verder komen in mijn creatieve proces, kan dat niet alleen en heb daar de Werkplaats voor nodig, met jouw kennis, ervaringen en begeleiding. Daar heb ik geld voor over.
 De gedachtegang die ìk eraan vastknoopte snijdt vast hout, maar heeft meer met de blikrichting van mijn ‘bril’ te maken dan met de intentie van de maker van de opmerking.

Een andere richtingwijzer was dat ik de vrije kwaliteit van de ruimte die ik wil scheppen in de Werkplaats sterker ga ervaren als ik het werk dat ik doe en het inkomen dat ik verwerf van elkaar loskoppel. Op een ander gebied van het leven houdt daarmee ook het onderscheid tussen betaald en onbetaald werk op een waardebepaling van dat werk te zijn.

Een volgende richtingwijzer was dat geld uitdrukking is van een relatie. De aard van die relatie bepaalt de functie van het geld. Omgekeerd is het geldbegrip dat ik hanteer (bewust of onbewust) van invloed op die relatie.
Afgaand op een paar reacties die ik ontvangen heb, is hier een korte verduidelijking op z’n plaats. Ik gebruik het woord relatie op een kale, zeg maar technische manier. Ik doel niet op wat we in het dagelijks spraakgebruik een relatie noemen, zoiets als: de gevoelsbepaalde betrokkenheid bij elkaar. Ik bedoel heel gewoon de verhouding waarin ik tot de ander sta op het moment dat ik met die persoon in contact treed. Zo sta ik in een bepaalde relatie tot de kassière van de supermarkt, een andere tot de politieman die me bekeurt, tot de buurvrouw met het hoofddoekje die me schuchter groet, of tot de persoon die ik in een cursus begeleid. In elk van deze situaties heeft de relatie een andere hoedanigheid. En die hoedanigheid bepaalt ook op welke manier geld erin op zijn plaats is.

Dat werd de volgende richtingwijzer. Die wees me erop dat een geldbegrip, waarin sprake is van afspraak en verplichting niet werkt in een situatie als die van de Werkplaats. Ik onderscheidde wat ik noemde koopgeld en schenkgeld. 
Met dat schenkgeldbegrip verdwaal ik vooralsnog, omdat één vraag voor mij onbevredigd beantwoord bleef staan: schenken doe je uit vrijheid en schenkgeld schept een vrije ruimte, maar hoe zit het dan met de terechte verwachting dat ik werk en kwaliteit lever?

Al deze richtingwijzers hebben te maken met geld in zijn werking. Het gaat dus om kwaliteiten.
 Er is nog een heel andere boom op te zetten, nl. die over kwantiteit. Dan doemen nieuwe vragen op zoals: hoe bepaal ik eigenlijk de hoogte van de prijs van zoiets als een jaar Werkplaats? Vind ik een grondslag voor die prijs die stand houdt? En wat doe ik als iemand zegt: ja maar dat bedrag heb ik niet? Hoe ben ik daar tot nu toe mee omgegaan en wat is daarvan gevolg en werking?
Daarmee ben ik bij die concrete uitwerking aangekomen. Een nieuw spoor om verder over te denken en te schrijven. Na de zomer.

Voor de tussentijd wens ik jou, lezer, met of zonder geld, een mooie zomertijd van uitrusten en van genieten van alles wat de goede god ons gratis gegeven heeft, om in de herfst de ‘crisis’ weer blijmoedig tegemoet te kunnen treden.
Een warme groet,

Erik Lemmens, 26-6-2012